Op 17 september 1998 (dagblad Trouw) speelde de vraag al om inzage in de dossiers van de Raad voor de Luchtvaart: dit was voor de parlementaire enquête. Met de enquête uit 1998 en 1999 kreeg het parlement vrijwel het volledige inzicht in de meeste dossiers. Het is zeer uitzonderlijk dat de vraag in 2022 terugkeerde, immers de meeste dossiers waren immers al een keer compleet doorgelicht. Waarom zou er nu nog een keer naar gekeken moeten worden terwijl de conclusies van de parlementaire enquête duidelijk waren? Vanwege het feit dat na het afsluiten van het ICAO Annex 13 onderzoek openbare stukken aan het dossier werden toegevoegd, en het dossier werd gebundeld en behouden in plaats van vernietigd, ontstond een situatie dat openbare stukken in feite het predikaat geheim kregen, terwijl dat niet nodig was. Daar ontstond, ondanks de volledige inzage door de parlementaire enquête, wantrouwen en mediadynamiek over, en uiteindelijk zelfs een motie van het parlement. Voor mijzelf hoeft er niet geheimzinnig over de al reeds openbare documenten te worden gedaan. Iedere journalist die zich een beetje in de Bijlmerramp verdiept heeft, zou de alreeds gepubliceerde documenten en rapportages in zijn dossier moeten hebben. Anders heeft hij niet goed opgelet. Daar komt nog bij, dat niet alles in het luchtvaartdossier zit, maar mogelijk in dossiers van het ministerie van binnenlandse zaken. De logica om alleen naar het al zo vaak onderzochte luchtvaartdossier te kijken ontgaat me voor wat betreft de documenten die altijd al openbaar waren geweest. Niettemin: zeer goed als de Bijlmerbewoners zelf de dossiers kunnen inzien.
De voorgeschiedenis
Na de dramaserie Rampvlucht (2022) van de KRO-NCRV, waarin feit en fictie werden vermengd, en de erop volgende documentaire Rampvlucht (2022), die eveneens weinig duidelijkheid bracht, was te verwachten dat menig kijker er geen touw meer aan vast kon knopen. Wat waren feiten, en wat was fictie? De makers van de dramaserie en de waarheidsvinders gaven geen duidelijkheid. Voor een deel van Nederland, vooral op sociale media was het erg duidelijk: 'de overheid heeft de zaak belazerd en alles in de doofpot gestopt'.
Ondanks de grootste informatiestromen ooit betreffende een Nederlands luchtvaartongeval in de jaren 1992 tot 1999, richting politiek verantwoordelijken, de Tweede Kamer, de vaste kamercommissies en een parlementaire enquête zouden er toch nog zoveel vragen overblijven en zulke grote doofpotten zijn? De krantenartikelen in Trouw (26 september 2022) en de kerstbijlage van het Noord-Hollands Dagblad (december 2022) lieten weinig aan de verbeelding over:
- 'de RLD heeft de zaak belazerd' (Vincent Dekker in Trouw),
- 'de overheid heeft keihard gefraudeerd' (Vincent Dekker in het Noord Hollands Dagblad, het Leidsch Dagblad, en De Gooi en Eemlander),
- 'er is niets van deze ramp geleerd, de luchtvaart wil maar niet leren'. Er wordt al 30 jaar naar de oplossing van alle geheimen gezocht. Tevergeefs, 'de overheid werkt tegen, immers we kunnen niet bij de archieven'. De archieven met betrekking tot de lading die ziekten zouden hebben kunnen veroorzaken zouden met opzet geheim worden gehouden (opmerking: dit is onjuist omdat de lading nooit een onderdeel is geweest van het ICAO 13 ongevallenonderzoek omdat er geen causaal verband bestaat tussen het ongeval en de lading. Kamerleden (o.a. Van Gijzel) en journalisten (o.a. Heijboer) hebben altijd deze informatie mogen inzien en hebben dat ook gedaan tussen 1992 tot aan 2004: de informatie is dus niet geheim).
Misschien zou − zo speculeerde een enkele journalist − het meest frequent onderzochte luchtvaartongevallendossier in de geschiedenis van de Nederlandse burgerluchtvaart nog steeds geheimen bevatten. Dat neemt niet weg, dat alles wat niet geheim hoeft te zijn, meteen vrijgegeven zou kunnen en moeten worden: de overheid dient actief transparantie na te streven.
De documentaire Rampvlucht sloot af met in de aftiteling de vermelding dat de meeste documenten tot ca. 2070 geheim zouden blijven en dat de heer Wolleswinkel en de ministers Jorritsma en Maij-Weggen niet bereid waren om mee te werken aan de documentaire. Vincent Dekker zou tot na zijn dood moeten wachten om de waarheid over de vliegramp te weten te komen. Het effect van zulke vermeldingen zonder een goede uitleg te geven van de wettelijke regels omtrent dossiervorming van ICAO Annex 13 luchtvaartonderzoeken, is duidelijk: verontwaardiging en ophef.
Na journalistiek speurwerk werd een lijst 'ontdekt', die waarschijnlijk voor de aanvang van het Rampvluchtproject bekend was en die leidde tot de conclusie dat er zelfs allang gepubliceerde openbare documenten, die elders makkelijk opvraagbaar waren, aan het 'geheime' luchtvaartdossier waren toegevoegd. Die documenten zouden niet geheim hoeven te zijn. Er werden grote woorden door media en politiek gebruikt: kafkaësk en getuigend van vooropgezette slechte bedoelingen van de overheid om de waarheid te verdoezelen.
Na gericht journalistiek lobbywerk besloot de Tweede Kamer unaniem tot de motie Omtzigt c.s. over een advies over openbaarheidsregimes bij en toegang tot stukken over de Bijlmerramp die zich in het Nationaal Archief bevinden.
Verontwaardigd werd gesteld dat er zelfs gebruiksmanuals van de Boeing 747 bij het dossier waren opgeslagen: een KLM Airplane Operations Manual (AOM). Dergelijke handboeken zouden 'om de hoek' verkrijgbaar zijn. Er werd kennelijk niet over nagedacht waarom eigenlijk een KLM AOM in een ongevallendossier van een ongeval van een Boeing 747 van EL AL zou kunnen zitten!
Het uitstekende rapport van het ACOI kennen we inmiddels sinds 19 april 2024. Een goede en grote stap voor de bewoners van de Bijlmermeer.
De lobby tussen onderzoeksjournalistiek en politiek is goed georganiseerd. Journalisten met een waakhondfunctie in de maatschappij kunnen terecht veel zaken aan de orde stellen en daar vrijelijk met politici van gedachten over wisselen en hen als volksvertegenwoordiger interesseren om actie te ondernemen (individuele personen, activisten, stichtingen, werkgroepen en verenigingen kunnen ook bij de media aankloppen). Politici kunnen er vervolgens voor zorgen dat misstanden op de agenda komen. Niet zelden leidt een publicatie in een van de kranten tot vragen van politici in de Tweede Kamer: zo komen zaken op de politieke agenda en zo is de publieke opinie te sturen en te beïnvloeden. Soms spelen journalisten en kamerleden onder één hoedje, nl. zodanig dat zij afspreken dat de één een artikel publiceert, opdat de ander vragen kan stellen. Soms benaderen de journalisten alle Kamerleden nog even persoonlijk met een mailtje of een telefoontje. Het is voor de overheid of het ambtenarenapparaat niet altijd makkelijk om zich te verdedigen, want het ambtenarenapparaat dient zich aan wetten en regels te houden. Zij hebben niet zo'n 'lobby-capability'. Vooral als er veel onvrede is, emoties in het geding zijn of zaken alleen maar vanuit een eenzijdige invalshoek belicht worden, kan het gecompliceerd worden. Het komt voor dat vragen geassocieerd zijn met complot-achtige theorieën of denkbeelden die op overdreven (soms 'georganiseerde') achterdochtigheid berusten. Soms kunnen vragen op een suggestieve manier gesteld worden vanuit politieke motieven. De bewijslast 'verschuift': de overheid moet gaan aantonen dat men 'te goeder trouw' heeft gehandeld. Soms laten journalisten en politici het na, om eerst eens even met vakdeskundige ambtenaren te praten voordat zij het mediale en politieke pad inslaan. Soms wordt die stap ook bewust overgeslagen, want anders, als je je zaak wèl goed onderzoekt, 'vervalt je casus' en ontneem je jezelf een kans om te scoren. De publieke opinie, emoties, ophef en de verontwaardiging in het geval van de vliegramp in de Bijlmermeer, spelen een belangrijke rol en eigenlijk was de strategie (dat is mijn persoonlijke conclusie) allang 'georganiseerd'. Het doel was om de vrijgave van de documenten, die in feite allang openbaar waren, te bewerkstelligen, nadat eerst de emoties werden opgewekt met een tamelijk dramatische voorstelling van zaken in een op historische werkelijkheid gebaseerde fictie complot thriller. Of was dat allemaal toevallig? Het was voldoende om de suggestie te wekken dat er iets verborgen wordt gehouden en dat er door de overheid een schimmig spel gespeeld wordt. Er werd sterk gelobbied om de al uit den treure onderzochte archieven nogmaals op de agenda te krijgen omdat er misschien nog wel ´iets te halen ´ viel. Het ging waarschijnlijk niet om wat men eigenlijk allang wist, namelijk, dat er niets nieuws zou zijn, maar om de mogelijke verkeerd ingeschatte bijvangst. De kenners weten dat het luchtvaartdossier maar een heel klein stukje is van alles wat er over de Bijlmerramp is gearchiveerd, en dat het al heel goed door het parlement zelf onderzocht is. En het ergste: er worden verwachtingen gewekt waarvan het risico bestaat, dat ze niet waargemaakt kunnen worden: daar is men in de Bijlmermeer al té vaak mee geconfronteerd geweest.
En verder
Het is mijns inziens zeer belangrijk dat er zoveel mogelijk informatie vrijgegeven wordt en dat de Bijlmerbewoners zelf in de dossiers kunnen kijken. Ik zou de Bijlmerbewoners zelfs graag willen helpen met waarheidsgetrouwe informatie omtrent het ongevallenonderzoek. Transparantie van de overheid zou de 'grondhouding' moeten zijn. Maak alles openbaar wat openbaar zijn kan, en wacht daarmee niet tot er om gevraagd wordt. In geval van de Bijlmerarchieven: of daarmee alle theorieën en overtuigingen van deze of gene over de ramp zullen verdwijnen, is nog maar de vraag, want als een argwanende persoon of journalist niet vindt wat hij zoekt, kan hij makkelijk verkondigen dat zaken niet in het dossier zijn opgenomen: dan komen we niet verder. Een verzoek tot openbaring van informatie had mijns inziens eigenlijk veel breder getrokken moeten worden dan alleen het ICAO Annex 13 luchtvaartongevallen dossier. Door alleen naar het veelvuldig onderzochte dossier van het ICAO Annex 13 ongevallenonderzoek te kijken legt men zichzelf misschien wel een beperking op. Maar goed, misschien komt dat nog... men kan elkaar nog lang bezighouden.
Het ACOI heeft uitstekend werk geleverd en de belangen van zowel de media, wetenschappers, de bewoners en belangengroepen alsook die van de luchtvaart goed verwoord.
Ikzelf zou graag, om aan alle valse insinuaties en speculaties rondom de vliegramp in de Bijlmermeer een einde te maken, zien, dat onderzoeksjournalisten ook de eigen archieven volledig vrij geven (bronnen te anonimiseren om niet in conflict met bronbescherming te komen), en hun toegepaste onderzoeksmethoden verduidelijken. Dan kunnen we met zijn allen onderzoek doen, en niet slechts enkelen. Dan pas kunnen we onjuiste beweringen zonder onderbouwing naar het land der fabelen verwijzen en discussies afsluiten. Een mening, een overtuiging, een theorie, een aantijging, speculatie of insinuatie is geen bewijs....!! Met feitenvrije emoties, om met denker des vaderlands Marjan Slob in haar Tegel-lezing van mei dit jaar te spreken, moet je erg voorzichtig omgaan als journalist, maar ook als politicus!
Er is geen enkele reële verwachting dat uit de documenten van het ICAO Annex 13-onderzoek nieuwe inzichten over de lading naar voren komen. Dat is al 30 jaar uitputtend onderzocht, en dat weten en wisten de goed ingewijde onderzoeksjournalisten en politici zelf ook wel toen zij aanstuurden op de motie Omtzigt. We hadden toch immers een parlementaire enquête gehad waarin het parlement over alle informatie had kunnen beschikken? Of zouden we de enquête met nieuwe informatie nog een keer moeten 'overdoen'? Er is geen enkele reeele verwachting dat er nieuwe oorzaken of aanbevelingen uit het dossier gaan komen.
Ik denk zelf dat de media en de overheid in relatie-therapie moeten in een omgeving waar de ruimte voor nuance totaal verdwenen lijkt.
Belang van verder journalistiek onderzoek
Het is - mijn persoonlijke mening - belangrijk duidelijkheid te scheppen hoe hypothesen die tot verontrustende journalistieke conclusies en publicaties hebben geleid, konden ontstaan, zonder dat daar ooit enig bewijs voor heeft bestaan. Er kan een verschil gemaakt te worden in de periode 1992-1999 (voor de enquête) en 1999-heden (na de enquête). Het zou ook duidelijk zijn om aan te geven dat er altijd een aantal onopgeloste vragen zullen blijven, maar dat het oplossen daarvan 'technisch' niet zo relevant is, omdat de conclusies omtrent het ongeval niet zullen veranderen. Bijvoorbeeld: wat voor zin heeft het om nog exact te willen weten wat de specificatie van enkele duizenden kilo's NIET-gevaarlijke lading was, als de resultaten van het epidemiologische onderzoek duidelijk zijn, nl: geen direct verband tussen ondervonden gezondheidsklachten en de vliegtuigramp? Maar toegegeven moet worden dat het gevoelsmatig lastig voor mensen zal zijn, en een onbevredigend gevoel achterblijft, als hun vragen niet afdoende beantwoord worden. Een goede uitleg is nodig.
aanbod 19 april 2024
Op de bijeenkomst op 19 april 2024 in Amsterdam Zuid-Oost betuigde ik als ex-ongevallenonderzoeker mijn betrokkenheid bij de mensen die nog last hebben van de vliegramp en bood ik hulp aan de bewoners van de Bijlmermeer aan om eventuele vragen van slachtoffers en nabestaanden te beantwoorden, zo die er mochten zijn. Ik mocht hen de hand schudden. In een aantal ogen kon ik de bezorgdheid zien. Hadden we 30 jaar geleden maar met elkaar kunnen praten!
Mijn aanbod wekte echter ook verbazing, want kort erop, tijdens de lunch, schoot een politica van Amsterdam Zuid-Oost me aan. 'Hoe kan dit nu? Dat er zomaar een van de onderzoekers naar deze bijeenkomst komt en bereid is om antwoorden op vragen te geven?'. Terwijl er zo'n beeld bestaat dat juist 'mijn door Kafka-denkbeelden geïnfecteerde soort ambtenaren' van alles in de doofpot gestopt heeft?
Ik legde haar uit dat ik al jaren bereid ben om antwoorden te geven, en ook bij documentaires zoals Murky Skies en de KRO-NCRV Rampvlucht documentaire me ingezet had, maar dat het werkelijke verhaal bijna niet te vertellen is, omdat de meeste media, de Correspondent, de Stentor en het AD uitgezonderd, voor het werkelijke verhaal geen interesse hebben. Waardoor vrijwel alle nuances uit het droevige verhaal over de vliegramp verdwenen lijken. Vrijwel elke keer als het over de complottheorieën of doofpot-theorieën gaat, wordt er geen hoor en wederhoor toegepast, of mag je wél opdraven en proberen om ze te ontkrachten.
Ik legde ook uit dat het Historisch Nieuwsblad wel een serieuze studie en publicatie wilde verzorgen en een artikel in voorbereiding had dat gebruik maakte van de ter beschikking gestelde persoonlijke archieven en expertise van de heer Wolleswinkel, Tigchelaar, Erhart, mijzelf en anderen. 'Het zou kunnen', dacht ze' enigszins vertwijfeld, nl. dat we het verhaal de laatste jaren telkens maar van één kant horen'. Nog 3 Bijlmerbewoners schoten me enthousiast aan om me naar mijn e-mail adres te vragen en naar mijn bereidheid om de vragen van de Bijlmerbewoners te beantwoorden. Ik heb thuis een paar weken, een paar maanden afgewacht, en zelfs nog via linkedin een uitnodiging aan een politica gedaan. Waren ze mijn e-mail adres misschien kwijt geraakt? Sinds 19 april 2024 is er geen enkele vraag ontvangen. Dat heeft me natuurlijk wel aan het denken gezet: er bestaat dus een behoefte aan goede informatie, men reageert positief, maar vervolgens gebeurt er niets...Waarom eigenlijk niet? Waar loopt het vast?
In de bovenstaande inventaris van het Nationaal Archief vind u een aantal referenties naar de archiefstukken van het ICAO Annex 13 luchtvaartongevallenonderzoek naar de vliegramp in de Bijlmermeer. Vanaf bladzijde 194 kunt u de documenten vinden. De volgende stukken betreffen mijn eigen werk:
- dossier 2047: onderzoeksstukken inzake motor nummer 3
- dossier 2048: een fotoboek van het wrakstukonderzoek van met name motor nummer 3 en 4
- dossier 2049: een rapport met foto's over engine nummer 3 'teardown' aanvang 1994 op Schiphol-Oost in de KLM motorenwerkplaats
- dossier 2081: werkmap van dhr H. Pruis
- dossier 2083: deels verarmd uranium gerelateerde zaken
- dossier 2084: deels verarmd uranium gerelateerde zaken
De conclusies uit die rapporten zijn: er was geen 'premature engine failure', dat wil zeggen dat er geen enkele indicatie is van een motorfalen voorafgaande aan de motorseparatie. De 'stall' zoals beschreven in de analyse van de heer Louis Bertholet en Dr. Latour in 1995 met een verzoek tot heropening van het onderzoek en het boek van Vincent Dekker Going Down Going Down berusten op foutieve aannamen en analysen van Bertholet en Dekker, en zijn totstandgekomen op basis van speculatie en ondeskundigheid. Het eindrapport van de Raad voor de Luchtvaart is hierover kort, maar duidelijk. De data van de Digital Flight Data Recorder ondersteunen de conclusies. De parameters voor de EGT (Exhaust Gas Temperature), N1 en N2 (toerentallen van de fan en de compressor), Pt1 en Pt4 en de EPR (Engine Pressure Ratio) waren stabiel voordat de motoren 3 en 4 van het vliegtuig raakten. Een KLM Aicraft Operations Manual (dossier 2107) werd gebruikt omdat het EL AL AOM security informatie bevatte: het KLM AOM was, technisch gezien, nagenoeg gelijk aan het EL AL AOM.
Hieronder een artikel van dagblad Trouw van 19 april 2024.
In het hoofdstuk Tegengas kunt u lezen wat ik van dit onzorgvuldige artikel vind.
Zie boven en onder: de Onderzoeksraad Voor de Veiligheid (OVV) is geen voorstander van de derde aanbeveling van het ACOI.