In het onderstaande artikel van Trouw van 26 september 2022 beschuldigt Vincent Dekker de Rijksluchtvaartdienst en de politiek ervan 'de kluit te belazeren', echter zonder daarvoor enig bewijs te leveren. Zijn beschuldiging is op zich al aan het verkeerde adres gericht, omdat het onderzoek wordt uitgevoerd door de onafhankelijke Raad voor de Luchtvaart. Op dit artikel heb ik (helaas) destijds geen tegengas gegeven.
In de kerstbijlage (2022) van het Noordhollands Dagblad, Het Leidsch Dagblad en de Gooi- en Eemlander − zie onder − gaat auteur en voormalig Trouw-journalist Vincent Dekker opnieuw los: 'Ministeries, luchtvaartinstanties logen en bedrogen en pleegden keihard fraude', en: 'De luchtvaart had "niets geleerd van de vliegramp in de Bijlmermeer"'. Dekker leverde in dit artikel geen enkel onderbouwd bewijs voor deze uitspraken, en hij noch het Noordhollands Dagblad waren voor publicatie kennelijk geïnteresseerd in enig wederhoor. Ik schreef de redactie aan met een verzoek om als toenmalig onderzoeker en getuige tijdens de parlementaire enquête ook gehoord te worden, omdat ik het niet met de beschuldiging eens was. Het artikel riep opnieuw verbazing bij me op over de houding van Vincent Dekker: ik had Vincent Dekker namelijk op 5 september 2022 bij de opnamen van de interviews voor de documentaire Rampvlucht uitgenodigd om over de vliegramp en het onderzoek te praten. Hij gaf te kennen dat een goed idee te vinden, maar tot een gesprek is het nooit gekomen. Kennelijk stelde hij dan toch geen prijs op een verduidelijkend gesprek over de feiten: zijn mening stond onwrikbaar vast en er bleef geen andere optie over dan om er tegenin te gaan.
De hoofdredacteur van Mediahuis (moederbedrijf van bovengenoemde dagbladen) stond mij een beperkt wederhoor toe; te weinig ruimte om stellingen te onderbouwen − zie hieronder. Er kwam geen reactie van Vincent Dekker meer.
Hierboven een link naar een YouTube-interview bij 'Mooie Mensen' met Vincent Dekker. Hij uit opnieuw in het openbaar beschuldigingen ten aanzien van de onderzoekers van de vliegramp in de Bijlmermeer, zonder een enkel bewijs te leveren, schuift alle uitkomsten van de parlementaire enquête terzijde, en draagt uit dat de enquête 'een wassen neus' was. Ofschoon 'Mooie Mensen' geen journalistiek programma is, vond ik tegengas in dit geval op zijn plaats. Niet geheel onverwacht, wees de interviewster mijn verzoek om een op feiten gebaseerde versie van het verhaal te geven af.
Hieronder een klassiek voorbeeld van de laatste decennia: het publiek wordt gevoed met het beeld dat er van alles wordt achtergehouden, terwijl het luchtvaartdossier al vele malen door journalisten en politici is doorzocht, en zelfs het onderwerp is geweest van een parlementaire enquête. Pierre Heijboer, voormalig journalist bij de Volkskrant, onderzocht omstreeks het jaar 2000 de dossiers bij het Bureau Vooronderzoek Ongevallen en Incidenten (BVOI) in Hoofddorp voor het schrijven van zijn boek Doemvlucht (2002). Hij meldde teleurgesteld dat hij het dossier zeer grondig had bekeken maar niets nieuws of onbetamelijks had kunnen vinden: hij vond dat hij 'een doodzonde' had begaan door het dossier 'kapot te checken' en niets te vinden en zoiets publiekelijk te moeten toegeven.
Ik juich het toe dat journalisten vragen om openbaarheid, maar het is wel erg wrang als daarbij verwachtingen worden gewekt die met zeer grote waarschijnlijkheid niet waargemaakt kunnen worden. Dan zou het de voorkeur moeten hebben met betrouwbare bronnen te gaan praten om op feiten gebaseerde informatie te verkrijgen.
Dagblad Trouw blijft zelfs in 2024 (dd. 19 april 2024) nog volharden in het publiceren van onjuiste informatie over de vliegramp. Zie de link met het betreffende artikel hierboven. De oorzaak zou nog steeds niet duidelijk zijn, en waarom het vliegtuig juist op de flat is neergestort zou in nevelen gehuld zijn. Waar de DFDR zou zijn, is een raadsel volgens Trouw, en of de toedracht ooit wel duidelijk zal worden. Er wordt ook nog toegevoegd dat volgens Vincent Dekker − gepensioneerd kritisch journalist van Trouw − ambtenaren het vrijgeven van de archieven zouden dwarsbomen. Ik kan dit niet anders kwalificeren dan als 'stemmingmakerij' − vooringenomen journalistiek, zonder onderbouwing. Ik besloot er een mailtje aan te wagen, maar wederhoor vond hoofdredacteur mevrouw Boersema niet nodig. Hieronder het artikel en mijn reactie naar de hoofdredacteur.
Gezien het onderstaande blog van Menno van Duin, lector crisisbeheering Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid was ik niet de enige die tegengas gegeven heeft
Het Bijlmerramp-complot
30 september 2022, Menno van Duin
Lector Crisisbeheersing Menno van Duin kijkt in een drieluik terug op de Bijlmerramp, 30 jaar geleden. In zijn eerste blog staat hij stil bij de complotverhalen rondom deze ramp.
Dertig jaar na de Bijlmerramp zijn de complotten van indertijd over deze ramp nog steeds populair. Eén dezer dagen start een vijfdelige serie over het neerstorten van de El Al Boeing die kort na de start van Schiphol neerstortte op een tweetal flats in de Bijlmermeer (4 oktober 1992) waarbij uiteindelijk 43 personen om het leven kwamen.
De serie is niet zozeer gericht op de ramp zelf en de spanningen van de eerste weken, maar zal – als ik de beschrijvingen in de media over deze serie mag geloven – vooral inzoomen op de verhalen die vele maanden tot jaren na de ramp de ronde deden. Iedereen die nu ouder is dan zo 45 jaar zal zich daar nog wel wat van herinneren. Het vrachtvliegtuig zou vol hebben gezeten met wapens en munitie; de exacte route van het toestel na de start zou anders zijn dan aanvankelijk werd aangegeven; direct na de ramp zouden personen van de Israëlische veiligheidsdienst in witte pakken op het rampterrein allerlei spullen hebben weggehaald; alle hulpverleners zouden (als gevolg van de lading) zijn blootgesteld aan chemische en nucleaire stoffen.
Een klein jaar na de ramp kwamen de eerste geruchten en vanaf dat moment doken verschillende journalisten – en later ook het PvdA-kamerlid Van Gijzel – hierop. In de serie staan twee van deze journalisten centraal die zich jaren richtten op al die verhalen en ook het nodige bijdroegen aan al deze geruchten en complottheorieën.
In 1998 was inmiddels zoveel over deze ramp onduidelijk dat een parlementaire enquête helderheid moest gaan bieden. De journalisten die jarenlang al die informatie boven tafel haalden, zagen dit als een succes. Zie je wel dat er het nodige aan de hand was. Uiteindelijk bleef echter weinig over van al deze geruchten en complotten en kwam de commissie – in ieder geval voor deze journalisten – met een ontluisterend rapport. Natuurlijk erkenden de betreffende journalisten niet dat zij fout zaten, maar werd ook deze enquête gezien als onderdeel van die doofpot.
Interessant is dat niet alleen de betreffende journalisten maar ook de regisseur van de serie – onder de noemer van fictie – kennelijk geen afstand kunnen nemen van al die complotverhalen. Het levert vast een spannend programma op. Ook in het Volkskrant-artikel over deze serie (Paul Onkenhout, De Volkskrant, 23 september) worden deze journalisten (Pierre Heyboer en Vincent Dekker die model staan voor de twee journalisten in de serie) nog met alle egards beschreven. Hun vasthoudendheid en doorzettingsvermogen worden geroemd. Mij leert het dat wij kennelijk in die tijd journalisten als Maarten Keulemans misten die wel in staat zijn feit en fictie goed te onderscheiden. Keulemans slaagde er ten tijde van de coronacrisis bijvoorbeeld goed in verschillende angstverhalen en complotten die de ronde deden, te weerleggen.
Kennelijk is het nog steeds moeilijk om in te zien dat deze rampvlucht en de directe nasleep minder spectaculair was dan al deze verhalen suggereerden. Het zal vast een spannende serie opleveren, maar het houdt helaas wel deze complotten in leven.
Menno van Duin, Lector Crisisbeheersing